Wie werken er in de zorg en welzijn?

De instroom in de sector is hoger dan de uitstroom, wat leidt tot een toename van de werkgelegenheid. Echter, tegelijkertijd zien we ook een toenemende uitstroom. In de GGZ was de uitstroom van personeel in het laatste gemeten kwartaal zelfs hoger dan de instroom. Als deze trend doorzet, kan het 'positieve saldo' van werkgelegenheidsgroei in zorg en welzijn omslaan in krimp. In de regio Amstelland, Kennemerland en Meerlanden was het 'saldo' (uitstroom minus instroom) in het laatste gemeten kwartaal al negatief.

Klik op de grafiek om de ontwikkelingen per regio en per branche te zien.



Het aandeel werkzame mannen is in de branches UMC's, GGZ en Jeugdzorg hoger dan in andere branches. In die branches zien we echter een afname van het aandeel mannen dat werkzaam is. Daarentegen zien we in de branches waar naar verhouding veel minder mannen werken, zoals de kinderopvang en VVT, juist een lichte toename van mannelijke werknemers. In de regio Kennemerland en de regio Amstelland-Meerlanden ligt de gemiddelde leeftijd van de werknemers in alle branches hoger dan landelijk en dan in de andere regio’s. 


In de Universitair Medische Centra werken medewerkers gemiddeld het meeste uren.
In de VVT is het deeltijdpercentage met 60% een stuk lager. 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

De branche Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) is in de meeste regio's de grootste branche. Echter, tussen 2013 en 2017 nam het totale aantal medewerkers in die branche af. Gelukkig is het totale aantal medewerkers inmiddels weer terug op ongeveer het niveau van 2010.

 

 

 

 

Er waren eerder nog niet zoveel banen in zorg en welzijn dan in 2022

Wat is de onvervulde vraag naar zorgprofessionals?

De uitstroom van personeel richting ZZP-schap neemt toe. Het aantal zzp'ers bleef groeien tot en met 2020 Q1, waarna er een daling was tot 2020 Q3. In 2021 Q4 was er sprake van een stijging ten opzichte van 2020 Q4.












 

  • De vacaturegraad is in 2022 weer gestegen ten opzichte van het jaar ervoor.
  • Het percentage moeilijk vervulbare vacatures is het hoogst in de VVT. 75% staat langer dan 3 maanden open.









 

  • In de VVT en Gehandicaptenzorg zijn er relatief veel vacatures op mbo-niveau 3 en 4. In de andere branches zijn de meeste vacatures op hbo-niveau.
  • De grootste groep vacatures betreft de verpleegkundigen en verzorgenden-IG.

 






 

 

Ook niet-cliëntgebonden functies zijn moeilijk vervulbaar, met name bij ICT, HR en management.

Wie hebben we in de toekomst nodig en wat is dan het aanbod?

  • De bevolking groeit in alle regio’s.
  • De grootste verandering uit zich in een flinke toename van ’75-plussers’.
  • De potentiële beroepsbevolking neemt af in de Kop van Noord-Holland en in regio IJmond.
  • Het ‘mantelzorgpotentieel’ in de Sigra regio neemt af.

 

 

 

 

 

  • In de ouderenzorg is de toekomstige vraag naar personeel in absolute zin de grootste uitdaging. De vergrijzing werkt ook door in een complexere zorgvraag in branches als de gehandicaptenzorg, GGZ en huisartsenzorg.
  • In het Nieuw Beleid scenario, waarin programma's zoals het Integraal Zorg Akkoord (IZA), Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) enzovoort worden meegenomen in de berekening, liggen de voorspelde personeelstekorten lager dan in het beleidsarme scenario. Echter, in de kinderopvang zouden de tekorten juist fors toenemen in dat scenario, vanwege de inmiddels teruggedraaide toegezegde vergoeding van 96% van het maximumtarief. 
  • In de Sigra-regio zullen naar schatting in 2032 ongeveer 53.200 extra medewerkers nodig zijn in vergelijking met 2021. De verwachting is dat dit deels ingevuld zal worden, maar het huidige tekort aan medewerkers zal naar verwachting toenemen tot ruim 22.000 medewerkers in 2032.

 

 



 

 

Meer ouderen blijven thuis wonen en zij doen dat vaker in hun eentje

Een goed samenhangend netwerk van zorgpartijen ‘rondom huis’ wordt belangrijker, evenals het informele netwerk. De maatschappij pakt dit niet zomaar op: het ‘mantelzorgpotentieel’ neemt de komende jaren af. 


Ouderen die gemigreerd zijn naar Nederland hebben extra aandacht nodig

Het aantal ouderen die gemigreerd zijn naar Nederland groeit in onze regio. Het gaat daarbij vooral om de groep migranten die in de jaren vijftig en zestig naar Nederland zijn gekomen om te werken. Een groot aantal is op een leeftijd gekomen dat er meer zorg nodig is. Zo zijn 'migrantenouderen' met dementie vaak niet of te laat in beeld. Daarnaast is het belangrijk rekening te houden met de behoeften, leefregels en gebruiken van ouderen die gemigreerd zijn naar Nederland. 

Ouderen rennen

Wie leiden we op?

  • De afgelopen jaren leidden we meer op dan in de tien jaar ervoor.
  • De instroom aan de welzijnsopleidingen op niveau 4 nam toe, terwijl niveau 3 afnam.
  • We zien een grotere toename van instroom in de mbo-verpleegkunde opleiding, maar niet in de verzorgende-IG opleiding.









De instroom aan de verpleegkundige (vervolg) opleidingen is meer dan verdubbeld ten opzichte van 2014.

 

 










Alleen opleiden is niet voldoende. De schatting van de ziekenhuisvervolgopleidingen laat zien dat er voldoende instroom is aan SEH-verpleegkundigen. Voor alle andere opleidingen is de instroom onvoldoende.













Het studierendement van de Beroeps Begeleidende Leerweg opleidingen op mbo-niveau is gemiddeld hoger dan niet-zorg opleidingen. Het rendement van de verzorgende-IG opleiding is het laagst. Bij de hbo opleidingen haalt de opleiding Toegepaste Psychologie het gemiddelde omlaag.

Wie stroomt in en wie verlaat de zorg?

Tussen 2013 en 2017 nam de instroom van zij-instromers en herintreders relatief sterk toe, maar sinds 2019 is deze toename afgevlakt. Daarentegen blijft de instroom uit het onderwijs nog steeds toenemen.

Van alle medewerkers die nieuw bij een werkgever in zorg en welzijn beginnen, komt iets meer dan de helft van buiten de sector. En van alle medewerkers die binnen de sector van baan wisselen, blijft ongeveer de helft werkzaam 'binnen dezelfde branche'.

 

 

  • Uit het uitstroomonderzoek van RegioPlus blijkt dat 78% van het personeel dat wisselt van werkgever in de sector blijft werken. Dit betekent niet dat organisaties geen ‘last’ ervaren van deze vorm van uitstroom.
  • Deze CBS-gegevens gaan over de bestemming van al het personeel in zorg en welzijn (ook niet-cliëntgebonden) dat weggaat bij een werkgever. Dit is inclusief medewerkers die inactief raken (pensioen of geen werk).

 



 





 



 







De uitstroom uit zorg en welzijn is lager in vergelijking met andere sectoren. Alleen het openbaar bestuur kent een lager uitstroompercentage dan de zorgsector.












 

  • De meeste medewerkers die de sector verlaten vinden een baan in een andere sector.
  • De uitstroom richting pensioen stijgt vanaf 2019 sneller ten opzichte van voorgaande jaren.

Waarom verlaten zorg- en welzijnsmedewerkers de organisatie?

  • De twee meest gekozen redenen voor vertrek zijn ‘loopbaanmogelijkheden' en 'uitdagingen in het werk'. 
  • ‘Manier van werken in de organisaties en aansturing door leidinggevende’ staat op nummer drie. Bij de VVT-medewerkers is dit de belangrijkste vertrekreden.
  • Op de vraag ‘Wat had een werkgever kunnen doen om de werknemers te behouden?’ is ‘Betere communicatie / luisteren door leidinggevende’ het vaakst benoemde verbeterpunt.
  • De meest gekozen reden onder zorgprofessionals om voor het ZZP-schap te kiezen is ‘Regie en keuzemogelijkheden in het werk’.

Dankzij het gezamenlijk uitstroomonderzoek weten we meer over vertrekredenen van zorgprofessionals.

verpleegkundige met cliënt

Hoe is de inzetbaarheid en belastbaarheid van personeel?

  • Hoewel er meer medewerkers beschikbaar zijn in de sector, zijn zij vaker ziek.
  • De afgelopen jaren is het verzuim nog sneller toegenomen.

  • Het ziekteverzuimpercentage ligt hoger dan in andere sectoren.

  • De VVT kent het hoogste verzuimpercentage, gevolgd door de Gehandicaptenzorg. Een opvallende stijging zien we in de huisartsenzorg. Klik op de knop branches in de grafiek om dat te zien. 

 

 

 

  • 43,8 % van het personeel in zorg en welzijn geeft aan de werkdruk veel te hoog te vinden. 67,9% ervaart dat deze werkdruk ten opzichte van eerder is toegenomen.
  • Bij de ziekenhuizen en UMC’s is personeel minder tevreden over de mate van invloed die zij hebben op het werk.
  • In de VVT, de gehandicaptenzorg, de ziekenhuiszorg en de huisartsenzorg is personeel minder tevreden over de invloed die zij hebben op hun werktijden.

Aandachtspunten per branche of regio

  • De grootste uitdaging voor de regio is om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de ouderenzorg te behouden en te versterken. Ook buiten de VVT is er extra vraag naar kennis en expertise over ouderenzorg.  

  • De grootste personeelstekorten ontstaan in Noord-Holland Noord.

  • In de regio Kennemerland en regio Amstelland-Meerlanden is het personeelsbestand relatief meer vergrijsd.



Meer cijfers over jouw branche of regio bekijken?

Op de volgende pagina’s geven we regelmatig een update van cijfers per branche en regio:

ouderen zorg

Wat kunnen we regionaal doen?

Zoals blijkt uit de Facts & Figures loopt de zorgvraag harder op dan het aanbod van personeel. Om de zorg toekomstbestendig te houden hoeft de oplossing niet alleen te liggen in nog meer personeel. Het anders organiseren van zorg biedt ook mogelijkheden. Daarmee bedoelen we:

  • Inzetten op sociale en technologische arbeidsbesparende innovaties die vanaf 2025 renderen;
  • Goed werkgeverschap en het vergroten van het werkplezier;
  • Door blijvende aandacht voor (nieuwe) ontwikkelingen meegroeien met het anders werken in de zorg.
     

In het jaarplan voor 2023 heeft elk regio deze thema's verder uitgewerkt.